Tijdens de minor heb ik veel kennis opgedaan. Door de theoretische colleges en de verschillende gastsprekers heb ik geleerd hoe de situatie in praktijk is en hoeveel overeenkomsten er eigenlijk zijn. In het derde jaar van mijn opleiding heeft het vak Impact In The City (IMC) mij geïnspireerd en een hoop nieuwsgierigheid bij mij gewekt. Om deze reden heb ik deze minor in de eerste instantie gekozen.  

 

Gastsprekers

De afgelopen maanden heb ik veel geleerd van de gastsprekers. De eerste paar gastsprekers werkten bij advies- en marketingbureaus, maar andere gastsprekers hielden zich bezig met de onderliggende theorie van Place Branding.

 

De colleges van Robert Govers, Robbert Nesselaar en Peter Pot hebben mij het meest aan het denken gezet. Deze colleges gingen meer over de theoretische kant van citybranding, citymarketing. Tijdens deze colleges hebben de betreffende gastsprekers hun visie gedeeld en uitgelegd waar zij aan werken. Daarnaast werden er vragen met concrete voorbeelden gesteld. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik nieuwsgieriger werd naar de ‘roots’ van citybranding. 

 

Dankzij deze minor kijk ik nu anders naar steden en gebieden. Dankzij deze minor kijk ik nu anders naar steden en gebieden. Daarom vond ik ook het gastcollege van Petra Stusek uit Ljubljana interessant. Stusek legde uit waar de stad Ljubljana naar streeft en hoe het andere steden ook inspireert.

 

Tips voor volgend jaar

Naast het feit dat dit een interessante minor is, zijn de actualiteit ook erg te merken. Zo is deze minor een van de weinigen waar de impact van COVID-19 zichtbaar is. Ik hoop volgend jaar op een ander scenario waar de lessen fysiek kunnen plaatsvinden en je op avontuur kunt gaan. Daarom is het lastig om toch een verbeterpunt te geven. De theorie sloot aan bij de praktijk, welke dankzij de ervaringen van de verschillende gastsprekers bevestigd werd.

 

Een kleine tip die ik kan meegeven heeft niet zozeer betrekking op de inhoud van de minor, maar heeft met teambuilding te maken. Ik hoop natuurlijk dat de minor volgend jaar fysiek kan doorgaan. Mochten de lessen toch online moeten plaatsvinden, dan zou het fijn zijn als er af en toe ook tijd voor teambuilding gemaakt kan worden. Zo kunnen de studenten elkaar toch beter leren kennen en zullen de groepen en de bijbehorende opdrachten ook in veel gevallen soepeler verlopen. In sommige projectgroepen vormde teambuilding geen obstakel. In mijn projectgroep merkte ik het echter wel, omdat onze contactmomenten online enkel betrekking had op het project zelf. Uit ervaring weet ik dat de gesprekken en de contactmomenten offline ook om andere onderwerpen gingen, vaak wat persoonlijker.

 

Reflectie groepsproces

Reflecterend op onze groep, zijn we best ver gekomen. Ik het begin verliep de samenwerking nogal stroef. We zagen elkaar alleen online, waardoor het nogal formeel was. Het ging alleen over het project, de planning en de taakverdeling. Als wij echter fysieke contactmomenten zouden hebben, dan zou de situatie bij het tegenovergestelde zijn. De verschillende … manier van aanpak. Naar mijn mening heeft dit prima gewerkt, omdat ik het persoonlijk niet lastig vind om te schakelen tussen projectmatig en scrum en agile werken.

 

Mijn rol

Aan het begin van het project met betrekking tot de brand tool hadden wij niet een concrete rolverdeling. Er werd alleen een projectleider aangewezen, welke een overzicht had van de deadlines en de aangewezen persoon was voor het inleveren van documenten. We waren meer bezig met onderwerpen in ons veld van expertise. Zo onderzocht ik de trends, bracht ik Visitor Journey in kaart en hield ik mij bezig met het creatieve proces. 

In verloop van tijd heb ik mij meer beziggehouden met de externe contacten, waardoor de opdrachtgever en belanghebbende. Ik was verantwoordelijke voor de (geplande) interviews. Daarnaast was het mijn verantwoordelijkheid om de betrokkenen op de hoogte te brengen van onze voortgang en de stand van zaken.

​

Persoonlijke functioneren

In het begin van de minor en het eerste project was ik erg enthousiast en wilde ik meteen aan de slag. Ik ben erg geïnteresseerd naar hoe een stad zich zou branden en had er zo mijn eigen theorieën en ideeën over die terug te lezen zijn in mijn startvisie. 

 

De tussentijdse beoordeling in week 5 was niet heel positief. Ik scoorde slecht als het om mijn communicatie en proactieve houding ging. De omstandigheden waren niet ideaal en ik vond het lastig om mijn aandacht op het project te richten. 

In voorgaande projectgroepen ben ik over het algemeen best proactief, dus de beoordeling gaf mij ruimte om ook in deze projectgroep te kunnen ontwikkelen. De feedback was ook een soort ‘wake up call’. De projectleden gaven aan wat ze waardeerden en graag meer wilden zien en Martijn gaf ook aan waar en hoe ik aan mijn feedback kon werken. Dit heeft erg geholpen. 

 

Ik heb tijdens de kerstvakantie meer tijd gehad, waardoor ik geprobeerd heb om mijn zaken meer op orde te krijgen. Dit houdt in dat ik doelen voor mezelf opgeschreven heb, die ik zowel voor het project als voor mij persoonlijk wilde bereiken. De eerste weken na de vakantie heb ik, naar mijn mening, zeker meer van mij laten horen. Ook als ik twijfelde of ik te veel informatie geef. Daarnaast heb ik heb mij vrijwillig opgegeven om te presenteren, wat ik nog altijd best spannend vind. 

 

Reflecterend op de gehele minor en de bijbehorende projecten, vind ik dat ik meer van mezelf (letterlijk) pas op het einde heb laten zien.