
City branding | EINDVISIE



​
​
“De bewoners van de stad zijn cruciaal, zij vormen de ziel van de stad.”
Wat Reinier Weers heel mooi zei is: “In Rotterdam leeft de majority of the minorities” en dat is ook kenmerkend voor een Second City.
Het ‘Second City Syndroom’ wordt gezien als een vorm van minderwaardigheidscomplex van een stad. Dit is bijvoorbeeld terug te zien bij steden die geen hoofdsteden zijn, maar wel relatief groot zijn. De stad wil belangrijk’ gevonden worden terwijl het in principe al relevant is uniciteit heeft, mede door de mentaliteit van de inwoners. De term ‘Second City’ en het ‘minderwaardigheidscomplex’ heeft een negatieve connotatie, maar naar mijn mening is een Second City juist meer gefocust op zichzelf. De hoofdsteden zijn in tegenstelling meer gefocust op het binnenhalen van bezoekers. naar mijn mening is een Second City meer gefocust op zichzelf en de hoofdsteden zijn meer gefocust op bezoekers binnenhalen.
Aan het begin van de minor vergeleek ik citybranding met merken, waarbij het theoretisch gezien op elkaar lijkt. Ik merk dat ik zo naar de steden keek toen ik ze bezocht, met andere woorden, ik keek echt naar het imago wat ze hadden en het effect wat marketing heeft; dat ik er geweest moet zijn (het FOMO-gevoel).
Ik sta nog steeds achter mij punt van de Startvisie, waarbij ik citybranding vergelijk met het vermerken van merken. Dit komt vooral door de gastcolleges, waarin de gastsprekers het over de communicatie van de stad en de verwachtingen van de inwoners hadden. Om specifieker te zijn: hoe de stad naar buiten communiceert wordt en wat er van de inwoners verwacht wordt. Het is voor mij echter meer duidelijk geworden dat er een fase ontbreekt, namelijk de derde fase met een holistische aanpak. Dit is door dr. Peter Pot in zijn gastcollege behandeld.
Dit college van dr. Peter Pot heeft mij erg aan het denken gezet om verder te kijken naar de manier waarop een stad functioneert en hoe meerdere partijen kunnen bijdragen aan het geheel.
Door het college van Robbert Nesselaar kijk ik naar de stad nu ook als ‘mens’ in plaats van enkel als product, zoals in mijn startvisie. Doordat een stad door marketeers als een product behandeld wordt, zijn de marketeers de stad actief aan het 'verkopen' en 'vermerken'. De branding en marketing verandert echter op het moment dat de stad als iets wat leeft en verandert neergezet wordt.
​
Het college van Petra Stusek heeft mij erg geïnspireerd en ik kijk nu anders naar steden als ik deze wil bezoeken. Zo let ik nu meer op de locals van de stad en hoe de stad voor zichzelf en de bewoners zorgt. Zo is Ljubljana bijvoorbeeld bezig met het verduurzamen van de stad. Estland zelf is daarnaast meer bezig met technologische aspecten, zoals e-residency en het gebruik van cryptocurrency in diensten.
Wat betreft reizen, Estland en Ljubljana staan in de top van mijn lijstje. Zodra het reizen in de huidige pandemie weer makkelijker wordt, dan zal ik de stad zeker bezoeken.
In mijn Startvisie beschreef ik specifieke steden, die te vergelijken zijn met ‘Future Cities’ uit het college. Hoewel het hier niet om populaire toeristische bestemmingen gaat, zijn deze steden wel rijk aan cultuur, geschiedenis en duurzaamheid. Daarnaast kun je in deze steden ook lekker eten, wat altijd fijn is. Om deze redenen zijn zulke steden ook een bezoekje waard.
Mijn rol op het gebied van City Branding Kan ik in de toekomst niet voor 100% garanderen. Desondanks ben ik hier wel geïnteresseerd in en daarnaast ben ik van plan om de Master City Developer te volgen. Daarnaast wil ik mij ook oriënteren op een soortgelijke master in het buitenland. Ook binnen de opleiding hebben we het vak ‘Impact in the City’ (IMC), waarbij ik voor een stad een specifieke moodbook gemaakt heb. Wellicht wil ik hier ook mee aan de slag.
